“Het aanvangstijdstip en het eind van de termijn voor het indienen van een klacht bij de bevoegde autoriteiten over een fiscaal geschilpunt of voor onderling overleg tussen lidstaten zijn niet duidelijk”. Dat schrijft de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) in een reactie op het wetsvoorstel Wet fiscale arbitrage ten behoeve van de beslechting van belastinggeschillen tussen lidstaten van de Europese Unie.

Het wetsvoorstel regelt dat de Arbitragerichtlijn in de Nederlandse wetgeving wordt opgenomen. De NOB vindt daarnaast dat de criteria ontbreken die het Ministerie van Financiën hanteert bij de keuze om een geschilpunt eenzijdig op te lossen.

Tevens moeten nog wat punten en begrippen worden verduidelijkt ten aanzien van de arbitragecommissie en het overgangsrecht, zoals het begrip ‘deelneming van betekenis’ en ‘onvoldoende garanties’.

De NOB spreekt wel haar waardering uit voor verschillende keuzes die het kabinet bij de implementatie van de Arbitragerichtlijn heeft gemaakt, waaronder de keuze om de toegang tot de arbitragecommissie niet te beperken tot geschilpunten over dubbele belastingheffing, maar ook open te stellen voor geschilpunten over de uitleg en toepassing van bilaterale belastingverdragen met betrekking tot inkomsten en vermogen of toepassing van het EU-arbitrageverdrag.

Bron: NOB

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Bronbelasting, Europees belastingrecht

1

Gerelateerde artikelen