De NOB schrijft in haar reactie op de internetconsultatie 'Mogelijkheden versterking maatregelen ter voorkoming van dividendstripping' geen voorstander te zijn van alternatieven die aanpassingen van het materiële recht behelzen. De Orde meent dat de gesignaleerde problematiek in ieder geval bestaat uit het tekortschieten van de huidige regelgeving op het terrein van de bewijspositie en de informatievergaring. De Orde stelt dan ook voor op deze twee terreinen aanvullende regelgeving te ontwikkelen.

Een geschikt alternatief kan volgens de Orde worden gevonden in de invoering van een rapportageverplichting ten aanzien van transacties met bepaalde ‘hallmarks’ die typerend zijn voor dividendstripping transacties. Hierbij kan aansluiting worden gezocht bij het bestaande Mandatory Disclosure/DAC6.

Ook bevat alternatief D uit de consultatie, over documentatieverplichtingen, een voorstel met het oog op verbetering van de informatie- en bewijsachterstand van de Belastingdienst. De Orde kan zich voorstellen dat zowel binnenlandse als buitenlandse opbrengstgerechtigden bij de aangifte of het teruggaafverzoek een aantal aanvullende verklaringen moeten afgeven ter onderbouwing van hun positie als uiteindelijk gerechtigde van de desbetreffende dividendopbrengst. Hierbij kan worden overwogen een doelmatigheidsdrempel ten aanzien van de hoogte van de opbrengsten toe te passen.

In haar algemene opmerkingen over de internetconsultatie gaat de Orde in op de betekenis van de begrippen in de consultatie en de inhoud die daaraan wordt gegeven in de consultatie. Het gaat om de volgende begrippen: dividendstripping, juridisch eigendom, economisch belang, opbrengstgerechtigde en uiteindelijk gerechtigde.

Lees het hele commentaar.

 

Bron: NOB

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Dividendbelasting

23

Gerelateerde artikelen