Om kopers beter te beschermen bij speculatieve grondhandel, pleit de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) voor een vergunningsplicht voor dit soort transacties. Daardoor vallen ze onder het toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM).
Speculeren met grond is in beginsel niet in strijd met het recht, maar is eigenlijk een vorm van beleggen, zo redeneert de KNB. Voor het aanbieden van beleggingsobjecten is een vergunning van de AFM verplicht. Dit geldt voor onder meer kavels landbouwgrond en recreatief vastgoed.
Nu gelden er nog vrijstellingen van deze vergunningsplicht, bijvoorbeeld als de aanbieder een kavel aan minder dan 100 consumenten aanbiedt, als het beleggingsobject deel uitmaakt van een serie kleiner dan 20 beleggingsobjecten of als de investering per beleggingsobject 100.000 euro of meer is.
De KNB pleit in haar brief (pdf) voor afschaffing van de vrijstelling van de vergunningsplicht voor aanbieders van dit soort grondbeleggingen. Ook pleit de beroepsorganisatie voor aanpassing van het begrip beleggingsobject. Een perceel grond is nu geen beleggingsobject als de verkrijger ervan zelf verantwoordelijk wordt voor het beheer (onderhoud) ervan. Aanbieders van grondbeleggingen maken hiervan gebruik, waardoor er geen vergunning van de AFM nodig is.
Met deze twee aanpassingen denkt de KNB de bron van het probleem effectief aan te pakken, waardoor potentiële slachtoffers in een zo vroeg mogelijk stadium worden beschermd. Volgens de KNB zijn deze aanpassingen eenvoudiger dan het verplichten van notarissen om kopers van speculatieve gronden altijd te zien op hun kantoor.
Bron: KNB
Informatiesoort: Nieuws