Rechtbank Rotterdam heeft geoordeeld dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld jegens twee mensen die gedupeerd zijn door de toeslagenaffaire. Enkele dagen geleden kwam Rechtbank Overijssel tot de dezelfde conclusie.

De Rotterdamse zaak (ECLI:NL:RBROT:2023:3475) was aangespannen door twee ouders die te maken hebben gekregen met terugvordering van voorschotten op kinderopvangtoeslag middels inbeslagname van de auto en beslaglegging op de lonen. Daarbij zijn door de Belastingdienst ernstige fouten gemaakt en heeft de Staat onrechtmatig gehandeld.

De slachtoffers spanden een civiele zaak aan. De Staat meende dat die zaak van de ouders de lopende herstelprocedure doorkruist. Volgens de Staat is er geen rol weggelegd voor de civiele rechter zolang de ouders die herstelprocedure niet hebben doorlopen. De rechter wees dat standpunt van de Staat af.

De gedupeerde ouders moeten de mogelijkheid hebben om het handelen van de overheid aan de civiele rechter voor te leggen. Het beroep van de Staat is verworpen. Ook het beroep op verjaring dat de Staat aandroeg is door de rechter terzijde gelegd.

Dinsdag oordeelde Rechtbank Overijssel al dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld tegen een stel uit Nijverdal en hen leed heeft aangedaan in de toeslagenaffaire.

In het toeslagenschandaal werden tienduizenden ouders jarenlang onterecht als fraudeur behandeld. Zij moesten grote bedragen aan ontvangen kinderopvangtoeslag terugbetalen, met grote financiële en soms persoonlijke problemen tot gevolg. Het kabinet stapte in januari 2021 op vanwege de harde conclusies in het rapport van de Kamercommissie die de affaire onderzocht.

Bron: Rechtbank Rotterdam

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet

225

Gerelateerde artikelen