De Nederlandsche Bank (DNB) moet binnen zes weken onderbouwen waarom cryptobedrijf Bitonic bij elke transactie de identiteit van zijn klanten moet controleren. De voorzieningenrechter in Rotterdam heeft dat in kort geding besloten. Een eis van Bitonic om die registratie-eis per direct te schorsen, vindt de rechter een te zwaar middel.
Bitonic had zich aangemeld bij DNB voor registratie, wat sinds mei verplicht is. Daarbij stelde DNB als eis dat Bitonic bij elke transactie weet wie de partijen zijn. Veel zogeheten bitcoinwallets, methodes om bitcoins online of offline op te slaan, geven bij iedere transactie een ander adres door. Daardoor moeten klanten van Bitonic nu telkens aantonen dat die wallet van hen is, bijvoorbeeld door via een videoverbinding te laten zien dat ze inloggen. Het cryptobedrijf meende dat die eisen van de centrale bank in strijd zijn met de privacyregels.
DNB vindt dat die controles voortkomen uit de wet en geen onderdeel vormen van het besluit om de registratie van Bitonic al dan niet te accepteren. De rechter is het met Bitonic eens dat die eis wel onderdeel vormt van het registratiebesluit. Daarom moet de centrale bank dat ook voldoende onderbouwen. Daarbij verwacht de rechter dat DNB met Bitonic in gesprek gaat over de manier waarop ze haar klanten controleert.
Bitonic wilde dat de eis werd opgeschort tot een bodemprocedure over de zaak was afgerond. Het cryptobedrijf zegt dat de te strenge regels het bedrijf op kosten jagen. Bovendien lopen klanten weg omdat ze zich niet prettig voelen bij de regels en daardoor dreigt volgens Bitonic onherroepelijke schade.
DNB stelt in een reactie dat Bitonic al eerder een bezwaar had ingediend bij de centrale bank tegen de gewraakte registratie-eis. De uitspraak betekent volgens DNB daarom vooral dat de rechter een inhoudelijk oordeel over registratie-eisen overlaat aan de al lopende bezwaarprocedure.
Bron: ANP
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Civiel recht algemeen