Een boekhouder, die de klantenportefeuille en handelsnaam van een collega-boekhouder kocht, moet ondanks de door hem geclaimde omzetdaling van het overgenomen kantoor de overeengekomen betaaltermijnen volledig betalen maar niet de boete wegens te laat betalen. Dat beslist Rechtbank Amsterdam.
De boekhouders spreken af dat de koper de overdrachtsprijs van het kantoor in termijnen betaalt. Er was ook een afspraak dat de koopprijs zou dalen als er na de overdracht klanten zouden weggaan en de koper daardoor minder omzet zou halen dan verwacht.
De koper betaalde de eerste termijn maar de tweede termijn slechts deels, omdat hij vond dat de omzet zó was gedaald door vertrekkende klanten dat hij verder niets hoefde te betalen. De verkoper was het daar niet mee eens en stapt naar de rechter. Bij de rechtbank eist de verkoper het restant van de tweede termijn op en de betaling van een boete. Op zijn beurt eist de koper wat hij door de omzetderving teveel zou hebben betaald terug, plus een boete omdat de verkoper de handelsnaam nog zou gebruiken.
De rechtbank oordeelt dat de koper niet duidelijk maakt dat de omzet echt is gedaald. Dat de verkoper de handelsnaam nog gebruikt, blijkt eveneens nergens uit. De rechtbank beslist dat de koper de afgesproken betalingstermijnen gewoon betaalt maar dat hij de boete niet hoeft te betalen.
Bron: Rechtbank Amsterdam
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Ondernemingsrecht, Kantoren