Hof ’s-Hertogenbosch heeft beslist dat een koopovereenkomst tussen bewoners van een huis in Deurne en supermarktketen Aldi niet tot stand gekomen is. Rechtbank Oost-Brabant kwam eerder tot hetzelfde oordeel.

Eind 2018 besloot een bejaard echtpaar met behulp van een makelaar hun huis in Deurne te koop te zetten. De kopende partij die zich meldde bleek supermarktketen Aldi te zijn. Deze wilde het huis kopen om het vervolgens te slopen ten behoeve van parkeerplekken. De supermarktketen overlegde op dat moment ook met de gemeente om vergunningen te krijgen om een supermarkt te openen in het pand naast de woning van het echtpaar.

Partijen tekenden in februari 2019 een geheimhoudingsovereenkomst en maakten afspraken rondom de aankoop van de woning, waarin onder meer was bepaald dat partijen nog nadere afspraken zouden maken over de datum van overdracht van de woning. Daarover is vervolgens nooit overeenstemming bereikt.

Het echtpaar wilde de koop en levering voor 2020 voltooid hebben, Aldi bleek daartoe niet bereid of in staat. In een vervolgstuk nam Aldi bovendien als voorwaarde de niet eerder besproken koppeling op tussen de koop van de woning en de koop van het naastgelegen tuincentrum. Over het doorgaan daarvan kon Aldi in het najaar van 2019 aan de verkoper geen zekerheid verschaffen. De verkopende partij maakte tegen die passage bezwaar en stelde dat de uiterlijke leverdatum op 31 december 2019 moest komen te liggen.

Volgens de supermarktketen bood het document echter geen ruimte meer voor onderhandeling, omdat er sprake zou zijn van een vastgestelde koopovereenkomst. Uiteindelijk heeft het echtpaar besloten om van de verkoop af te zien. Als reactie daarop is de supermarktketen deze procedure gestart.

Verkoop afbreken mocht

Het hof volgt de beslissing van de rechtbank. Er was in februari nog geen sprake van een overeenstemming en een leveringstermijn was toen nog niet besproken. Dat terwijl een leveringsdatum doorgaans een essentieel onderdeel van een koopovereenkomst is. Alleen al om die reden vindt het hof met de rechtbank dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen.

Bovendien gaf de supermarktketen in een mail uit juli 2019 aan dat de meegezonden overeenkomst – waarin onder andere de leverdatum voor het eerst werd genoemd – een concept was, dat diende voor discussiedoeleinden en bevatte dat stuk nieuwe, eerder niet besproken voorwaarden. Met deze nieuwe voorwaarden week de overeenkomst zodanig af van de afspraken die eerder dat jaar waren gemaakt, dat in feite de hele overeenkomst werd opengebroken.

Onder de gegeven omstandigheden mocht het echtpaar de onderhandelingen over de verkoop afbreken. De uitspraak van het hof is nog niet gepubliceerd. Het rechtbankoordeel is terug te vinden onder nummer ECLI:NL:RBOBR:2021:175.

Bron: Hof Den Bosch

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Verbintenissenrecht

5

Gerelateerde artikelen