Het Nederlandse voorstel voor de invoering van een Europese vliegbelasting moet snel officieel op de Europese agenda komen. Dat zei de Zweedse minister Magdalena Andersson na afloop van een bijeenkomst van de EU-ministers van Financiën in Boekarest. "Ik hoop dat we de discussie over dit interessante initiatief gauw kunnen starten."
Staatssecretaris Menno Snel (Belastingen) wilde een Europese vliegbelasting in Boekarest voor het eerst echt bespreken met zijn collega’s, nadat hij zijn voorstel in februari in Brussel kort had kunnen presenteren. Er was volgens hem 'brede belangstelling' voor. Maar 'ondanks onze inspanningen', aldus zijn woordvoerder, zette de Roemeense voorzitter het onderwerp niet op de agenda van zaterdag. Daarop besloot Snel de bijeenkomst te laten schieten.
Ook België, Luxemburg en Frankrijk staan achter een Europese vliegbelasting. Een Belgische diplomaat zei eerder er 'reikhalzend' naar uit te kijken om 'er in Boekarest dieper op in te gaan.'
Roemeense betrokkenen ontkennen dat er geen ruimte voor een discussie over het plan was. Volgens Andersson is het echter niet besproken. Ze prees Snel voor het 'pushen van belangrijke onderwerpen'.
Zweden heeft in april vorig jaar een vliegtaks ingevoerd voor vertrekkende passagiers die afhankelijk van de bestemming tussen bijna 6 en 38 euro betalen. In Nederland is in het regeerakkoord afgesproken per 2021 een vliegtaks van 7 euro per ticket voor alle bestemmingen in te voeren. Snel heeft gezegd daar mee door te gaan maar het zou 'beter zijn het samen te doen' in de EU.
In juni organiseert Nederland een internationale CO2-conferentie waar de vliegtaks ook aan de orde komt. Minister Andersson zei daar bij te zijn.
Bron: ANP
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Europees belastingrecht, Milieuheffingen