Jaap Zwemmer schrijft over de tekortkomingen in de digitale aangifte inkomstenbelasting.

De Belastingdienst probeert het elektronisch doen van de aangifte inkomstenbelasting te stimuleren. Een belangrijke stimulans voor het digitaal doen van aangifte is dat de verschuldigde belasting/premieheffing zonder het computerprogramma feitelijk niet meer te berekenen is, met name als gevolg van het inkomensafhankelijke karakter van de heffingskorting. Gevolg daarvan is dat ik de enkele bejaarde voor wie ik de aangifte nog op papier doe, met het schaamrood op de kaken moet bekennen dat  ik niet kan uitrekenen hoeveel belasting uiteindelijk moet worden betaald dan wel wordt terugbetaald.

Maar dat is nog niet eens de grootste ergernis. Die wordt gevormd door het feit dat het inkomen uit box 3 op willekeurige wijze over de fiscale partners verdeeld mag worden en wel zodanig dat per saldo zo weinig mogelijk belasting verschuldigd wordt. Daarbij dient ter berekening van het optimale voordeel ook nog rekening te worden gehouden met de aanslaggrens van € 45. Wie denkt dat het optimale resultaat wordt bereikt door aan een van de partners het heffingvrije vermogen toe te rekenen, komt bedrogen uit.

In de praktijk betekent dit dat je genoodzaakt bent de totale grondslag net zo lang over de partners te verdelen tot het optimale resultaat wordt bereikt. Het zou toch niet moeilijk moeten zijn het programma zo in te richten dat er een verdeling uitkomt met het voor de belastingplichtige optimale resultaat. Het zou mij in elk geval veel ergernis besparen.

Informatiesoort: Fiscale ergernissen

Rubriek: Inkomstenbelasting

4

Gerelateerde artikelen