Rechtbank Den Haag oordeelt dat X recht heeft op toepassing van de 30%-bewijsregel tot en met 31 december 2021. Uit de geldende wetgeving kan niet worden afgeleid dat de inspecteur diende uit te gaan van de bij eerdere beschikkingen vastgestelde looptijd.
Bij beschikking van 11 februari 2019 maakt de inspecteur aan X kenbaar dat zij in aanmerking komt voor de toepassing van de 30%-bewijsregel voor ingekomen werknemers. De bewijsregel geldt voor de periode 1 november 2018 tot en met 30 september 2023. Naar aanleiding van een verzoek van X en haar nieuwe werkgever voor toepassing van de 30%-bewijsregel met als ingangsdatum 6 januari 2020, maakt de inspecteur kenbaar dat de bewijsregel geldt voor de periode tot en met 31 december 2020. Op 8 februari 2021 ontvangt de inspecteur een verzoek voor toepassing van de 30%-bewijsregel van X en haar nieuwe werkgever, met als ingangsdatum 1 januari 2021. De inspecteur wijst dit verzoek af.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X recht heeft op toepassing van de 30%-bewijsregel tot en met 31 december 2021. De looptijd van de toepassing van de 30%-bewijsregel - voorafgaand aan de invoering van de looptijdverkorting naar vijf maanden - had op grond van de feiten moeten eindigen op 31 december 2024 (1 november 2018 + 8 jaar - 22 maanden). Gelet op het overgangsrecht is de looptijd vervolgens verkort met drie jaar, dus moet deze eindigen op 31 december 2021. Uit de geldende wetgeving kan niet worden afgeleid dat de inspecteur diende uit te gaan van de bij eerdere beschikkingen vastgestelde looptijd. De inspecteur had opnieuw moeten beoordelen wat de resterende looptijd was.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 10ei
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 10ef
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 10ed
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 10ec
Wet op de loonbelasting 1964 31a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Focus: Focus
Carrousel: Carrousel