Rechtbank Overijssel oordeelt dat voor de vraag of de NEN-normen uit de verordeningen van het waterschap voldoen aan het kenbaarheidsvereiste niet alleen het tijdstip van aanslagoplegging van belang is. Volgens de Hoge Raad is eerst aan de kenbaarheidsvereisten voldaan indien zowel in het jaar waarvoor de belasting is geheven als in de daarop volgende jaren de normen zodanig zijn gepubliceerd dat zij voor een ieder toegankelijk zijn.

X bv houdt zich bezig met de zuivering van bedrijfsafvalwater van visverwerkende bedrijven. In geschil zijn aanslagen zuiveringsheffing bedrijfsruimte over de jaren 2015 en 2016.

Rechtbank Overijssel oordeelt dat voor de vraag of de NEN-normen uit de verordeningen van het waterschap voldoen aan het kenbaarheidsvereiste niet alleen het tijdstip van aanslagoplegging van belang is. Volgens de Hoge Raad is namelijk eerst aan de kenbaarheidsvereisten voldaan indien zowel in het jaar waarvoor de belasting is geheven als in de daarop volgende jaren de normen zodanig zijn gepubliceerd dat zij voor iedereen toegankelijk zijn (HR 7 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:868, V-N 2019/29.17). De rechtbank oordeelt dat voor de NEN-normen in de verordeningen niet aan de kenbaarheidseisen is voldaan. Dit betekent dat deze verordeningen onverbindend zijn voor zover bij het bepalen van de heffingsmaatstaf het aantal vervuilingseenheden moet worden bepaald op de in Bijlage I bij de Verordeningen voorgeschreven wijze van meten, bemonsteren en analyseren. Dit heeft eveneens tot gevolg dat de heffingsambtenaar niet bevoegd is het aantal vervuilingseenheden te schatten als bedoeld in art. 18 van de verordeningen. De rechtbank verklaart het beroep van X bv gegrond en vernietigt de aanslagen over de jaren 2015 en 2016.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Waterschapswet 122j

Waterschapswet 73

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Overijssel

Editie: 10 juni

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen