Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is er geen financiële verwevenheid tussen bv’s als de aandeelhouder weliswaar overheersende zeggenschap heeft, maar niet méér dan 50% van de aandelen. Het uitlenen van personeel aan gelieerde bv’s tegen vergoeding is een economische activiteit die tot ondernemerschap leidt.

Belanghebbende leent personeel uit aan thuiszorginstellingen bv 1 en bv 2. In een samenwerkingsovereenkomst tussen deze partijen en bv 3 worden de kosten van personeel en overhead met een kleine opslag omgeslagen aan bv 1 en/of bv 2. Iedere partij is vanuit gemene rekening hoofdelijk aansprakelijk voor alle lasten. Verder is iedere partij rechtstreeks betrokken bij de bepaling van de kosten. De twee aandeelhouders (1 en 2) van belanghebbende houden ieder 50% van de aandelen. Aandeelhouder 1 is enig aandeelhouder van bv 1, bv 2 en bv 3. Belanghebbende heeft geen BTW in rekening gebracht over de doorberekende kosten.

Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is belanghebbende ondernemer, omdat zij een economische activiteit verricht. Dat de afnemers gelieerde rechtspersonen zijn, doet daar niet aan af. Verder zijn de activiteiten erop gericht om duurzaam opbrengsten te verkrijgen, aangezien er in 2013 zeker 14 personen in dienst waren en er een vergoeding werd betaald. Uit de samenwerkingsovereenkomst blijkt het rechtstreekse verband tussen vergoeding en prestatie.

Verder is er geen fiscale eenheid tussen belanghebbende, bv 1, bv 2 en bv 3.  De vereiste financiële verwevenheid ontbreekt namelijk. Het feit dat aandeelhouder 1 niet méér dan 50% van de aandelen heeft, is doorslaggevend. De door belanghebbende gestelde overheersende zeggenschap van aandeelhouder 1, leidt niet tot een andere conclusie. Dit raakt namelijk de omvang van het aandelenbezit en de zeggenschap daarover niet. De uitspraak van de Hoge Raad van 26 juni 2009 (V-N 2009/33.21) heeft betrekking op financiële verwevenheid tussen stichtingen. Aangezien tussen stichtingen de financiële verwevenheid niet op basis van de aandelenverhoudingen. De criteria die voor de vaststelling van financiële verwevenheid tussen stichtingen worden gebruikt, kunnen niet worden toegepast op rechtspersonen met een in aandelen verdeeld kapitaal.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 10 juni

24

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen