Hof Amsterdam bevestigt de uitspraak van de rechtbank waarin is vastgesteld dat de inspecteur bij de aanslagregeling kon uitgaan van de ingediende aangifte. Het feit dat op dat moment een onderzoek liep naar het aangiftegedrag van de gemachtigde en dat ook gevolgen kon hebben voor de aangifte van X was nog niet bekend bij de inspecteur.

X doet papieren aangifte IB/PVV 2015. De inspecteur volgt de aangifte bij de aanslagregeling. Rond die tijd start een onderzoek naar het aangiftegedrag van de gemachtigde. In die eerste fase van het onderzoek is nog niet bekend dat dat onderzoek ook de aangifte van X kon raken. In een volgende fase komt dat wel naar voren. De inspecteur legt daarom een navorderingsaanslag op. X komt met succes in bezwaar, maar de inspecteur geeft geen proceskostenvergoeding. X komt tevergeefs in beroep en gaat in hoger beroep.

Hof Amsterdam bevestigt de uitspraak van de rechtbank waarin is vastgesteld dat de inspecteur bij de aanslagregeling kon uitgaan van de ingediende aangifte. Het feit dat op dat moment een onderzoek liep naar het aangiftegedrag van de gemachtigde en dat ook gevolgen kon hebben voor de aangifte van X was nog niet bekend bij de inspecteur. Eerst bij uitbreiding van het onderzoek kwam de noodzaak van een correctie bij X naar boven. Er is sprake van een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt. Voorts is de hoorplicht rond de nevenvorderingen niet geschonden. Het is vaste jurisprudentie dat kan worden afgezien van horen als aan het primaire besluit geheel is tegemoet gekomen. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Algemene wet bestuursrecht 7:3

Instantie: Hof Amsterdam

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 17 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

245

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen