Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de vrijstelling van overdrachtsbelasting voor de verdeling van de gemeenschap niet van toepassing is. Na het verwerven van een economische gerechtigdheid van 25%, heeft X een totaal belang van 75%.

X en zijn partner richten in 2003 een stichting op. Direct na oprichting geeft de stichting twee certificaten uit aan X en zijn partner, waarop de beoogde monumentale woning tegen een koopprijs van € 1.420.000 aan de stichting wordt geleverd. In verband met deze aankoop heeft X aan zijn partner een renteloze geldlening verstrekt van € 450.000, onder voorwaarde dat de vordering zal worden geïndexeerd naar de waarde van de woning. In 2007 sluiten zij een vaststellingsovereenkomst waarin is bepaald dat de vordering van X correspondeert met het economisch belang van de helft van de certificaten in de woning van zijn partner. Dit wordt ook opgenomen in het samenlevingscontract. X is hierdoor in economische zin voor drie vierden in de woning gerechtigd. In 2020 wordt de samenleving beëindigd waardoor de toebedeling van het onverdeelde aandeel in de certificaten van de ex-partner aan X plaatsvindt, tegen een vergoeding van € 1.500.000. Ten aanzien van deze toebedeling wordt een beroep gedaan op de vrijstelling van overdrachtsbelasting voor de verdeling van de gemeenschap. De inspecteur stelt dat de vrijstelling niet van toepassing is omdat X voor 75% tot de certificaten gerechtigd is en daarmee niet voldoet aan de voor de vrijstelling vereiste maximale gerechtigheidsverdeling van 40%-60%.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de vrijstelling van overdrachtsbelasting voor de verdeling van de gemeenschap niet van toepassing is. Na het verwerven van een economische gerechtigdheid van 25%, heeft X een totaal belang van 75%. Er moet namelijk niet alleen naar de juridische gerechtigdheid gekeken worden, maar ook naar de economische gerechtigdheid (zie HR 11 juni 2021, 20 02119, V-N 2021/26.18). Door de gemaakte afspraken kwam iedere waardestijging of waardedaling van de certificaten economisch voor rekening en risico van X. Dit wordt gesteund door de vaststellingsovereenkomst, het samenlevingscontract en de akte van verdeling. Het gelijk is aan de inspecteur.

Lees ook het thema Onroerendezaakrechtspersonen in de overdrachtsbelasting

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 2

Wet op belastingen van rechtsverkeer 15

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Editie: 17 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

665

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen