X is het niet eens met de definitieve aanslag IB/PVV 2009 die als dagtekening heeft 14 november 2012. X stelt dat de aanslag is verjaard en dat de heffingsrente niet juist is berekend.
Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur de definitieve aanslag IB/PVV 2009 tijdig heeft opgelegd. De belastingschuld voor belastingjaar 2009 ontstaat op 31 december 2009 en niet, zoals X stelt, op 1 juli 2009. De aanslag is gedagtekend 14 november 2012 en dus binnen de driejaarstermijn opgelegd. De brief van de Belastingdienst van 1 oktober 2013 met de mededeling dat X een onjuist aangiftebiljet heeft ingediend, doet aan het voorgaande niet af. De inspecteur heeft ook de heffingsrente overeenkomstig de wettelijke bepalingen en dus correct berekend. Aangezien de voorlopige aanslag twee maanden na het indien van de aangifte is opgelegd, is van strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel ten slotte ook geen sprake. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 11-3