De civiele kamer van Hof Den Haag oordeelt dat Z onvoldoende heeft aandrongen op het aanleveren van gegevens om BTW-aangifte in België te kunnen doen. De schade is echter voornamelijk ontstaan door nalatigheid van X. Z is voor 20% aansprakelijk voor de geleden schade.

Accountant Z wijst belanghebbende, X, zijn cliënt, er op dat hij ook in België BTW-aangifte moet doen. X volgt dit advies niet op, waarna de Belgische fiscus een BTW-naheffingsaanslag 2015 - 2017 met boetes aan X oplegt. X stelt daarop zijn accountant aansprakelijk voor de geleden schade, omdat hij er bij X niet op heeft aangedrongen om in België aangifte te doen.

De civiele kamer van Hof Den Haag oordeelt dat X er in 2016 op is gewezen dat hij in België aangifte moest doen. Het verwijt dat Z hem dan niet tijdig op de aangifteplicht heeft geattendeerd is ongegrond. Dit geldt ook voor het verwijt dat Z de BTW-aangiften niet heeft gedaan. X stelde Z daartoe namelijk niet in staat door niet de hiervoor noodzakelijke gegevens aan te leveren. Het verwijt dat Z niet (nader) heeft aandrongen op het aanleveren van die gegevens en niet heeft gewezen op mogelijke consequenties, is wel gegrond. Echter ook daar treft X blaam. Het zijn vooral de voor rekening en risico van X komende omstandigheden die hebben geleid tot het ontstaan en oplopen van de schade. Het hof stelt Z voor 20% aansprakelijk voor de geleden schade. Z moet € 7905 aan X betalen.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting, Internationaal belastingrecht, Verbintenissenrecht

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 9 augustus

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen