Belanghebbende, X bv, en vier andere vennootschappen, behoren tot het A-concern. Het concern is actief in de uitzendbranche, met name in de agrarische- en de bouwsector. De vennootschappen stellen hun werknemers in de gelegenheid om een opleiding te volgen. In haar aangiften loonheffingen claimt X bv de afdrachtvermindering onderwijs. Naar aanleiding van twee onderzoeken, stelt de onderwijsinspectie vast dat de gevolgde opleidingen niet voldoen aan de voorwaarden van de Wet educatie en onderwijs (WEB). De inspecteur legt naheffingsaanslagen loonheffingen op aan X bv.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv geen recht heeft op de afdrachtvermindering onderwijs omdat niet aan de voorwaarden voor de afdrachtvermindering is voldaan. De rechtbank stelt daarbij vast dat de inspecteur bevoegd is om te toetsen of aan de voorwaarden voor de afdrachtvermindering is voldaan. Hierbij mag de inspecteur volgens de rechtbank de rapporten van de onderwijsinspectie ten grondslag leggen aan de onderhavige naheffingsaanslagen. Niet van belang acht de rechtbank dat de onderhavige opleidingen een crebo-nummer hebben, en dat na de rapporten van de onderwijsinspectie de crebo-nummers van deze opleidingen niet zijn komen te vervallen. De naheffingsaanslagen blijven in stand.
Wetsartikelen:
Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen 14