Stichting G houdt de aandelen in belanghebbende, X bv, en H bv. In 2002 verstrekt X bv een lening aan H bv van € 1,9 mln. X bv waardeert deze lening af. In 2007 met € 425.000 en in 2010 met € 500.000. Naar aanleiding van het boekenonderzoek stelt de inspecteur dat er, gezien de solvabiliteit van H bv, geen reden voor afwaardering van de verstrekte lening is.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv de lening niet kan afwaarderen. Volgens de rechtbank maakt X bv namelijk niet aannemelijk dat er ruimte bestaat voor afwaardering van de vordering op H bv. Gezien het overzicht van het eigen vermogen van H bv, dat de inspecteur heeft opgesteld, is niet aannemelijk dat H bv niet aan haar verplichtingen jegens X bv zou kunnen voldoen.
Lees ook het thema Eigen vermogen versus vreemd vermogen in de vennootschapsbelasting
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 5 januari