Belanghebbende, een waterschap, is eigenaar van een afvalwaterzuiveringsinstallatie (hierna: AWZI). In het kader van een publiek-private samenwerking heeft belanghebbende de dagelijkse exploitatie van de installatie uitbesteed aan een private partij. De heffingsambtenaar van de gemeente Midden-Delfland heeft WOZ-beschikkingen vastgesteld zonder daarbij rekening te houden met de waarderingsuitzondering voor waterzuiveringsinstallaties uit art. 2 lid 1 aanhef en onderdeel h Uitv.reg. uitgezonderde objecten Wet WOZ. De WOZ-waarde bedragen voor de jaren 2009 t/m 2011 respectievelijk ruim € 219 miljoen, ruim € 220 miljoen en ruim € 205 miljoen. De Hoge Raad oordeelt dat een AWZI die wordt geëxploiteerd door een private onderneming, ook kan delen in de WOZ-uitzondering voor waterzuiveringsinstallaties. Verder oordeelt de Hoge Raad dat Hof Den Haag de reikwijdte van de WOZ-uitzondering te beperkt heeft opgevat door enkel de onderdelen die rechtstreeks verband houden met de zuivering, daarin te betrekken. Verwijzing volgt.
Hof Amsterdam oordeelt na verwijzing dat de meeste onderdelen van de afvalwaterzuiveringsinstallatie vallen onder de waarderingsuitzondering. Met uitzondering van het ‘parkeerterrein bezoekerscentrum', diverse meubilair en kleine opstallen en de voor de uitbreiding van het complex gereserveerde grond en een groenstrook behoren. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond en verlaagt de WOZ-waarden tot circa € 2,4 miljoen.
Lees ook het thema over de WOZ.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken 2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 5 januari