Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat de percelen grond tot het ondernemingsvermogen van X behoren. De inspecteur maakt namelijk niet aannemelijk dat X bij zijn keuze de grenzen der redelijkheid heeft overschreden.

Belanghebbende, X, drijft sinds 1989 een eenmanszaak die actief is in de handel in vee en landbouwmachines. Verder exploiteert hij een (mobiele) kinderboerderij. Ook heeft X vier percelen grond in eigendom. Drie percelen rekent hij tot zijn privévermogen en het vierde tot zijn ondernemingsvermogen. In 2010 verkoopt X de percelen aan de Provincie Limburg in het kader van een project. X realiseert hierbij een opbrengst van € 2,6 mln. In geschil is, onder andere, of X de percelen grond terecht tot zijn privévermogen heeft gerekend, en of hij ROW heeft genoten in verband met de percelen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat de percelen grond die X tot zijn privévermogen heeft gerekend tot zijn ondernemingsvermogen behoren. Volgens de rechtbank maakt de inspecteur namelijk niet aannemelijk dat X bij zijn keuze de grenzen der redelijkheid heeft overschreden. De rechtbank overweegt daarbij dat de inspecteur niet kan aantonen dat de percelen (nagenoeg) geheel dienstbaar waren aan de eenmanszaak. Ook is er volgens de rechtbank geen sprake van ROW. Volgens de rechtbank is het feit dat X er van op de hoogte was dat de Provincie Limburg bezig was met een project, en daarom mogelijk tot onteigening wilde overgaan, op zichzelf namelijk geen specifieke kennis die alleen X had. Deze kennis is te algemeen van aard om te kunnen zeggen dat X dusdanige voorkennis had dat alleen hij een resultaat kon realiseren dat verborgen bleef voor anderen. Tenslotte is de rechtbank ook nog van mening dat er ten aanzien van de gronden geen sprake is van een terbeschikkingstelling aan een bv van X. Volgens de rechtbank behoeft de onderneming namelijk geen grond, zodat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat de percelen ter beschikking werden gesteld aan (de onderneming van) de bv. Het gelijk is aan X.

Lees ook het thema De terbeschikkingstellingsregelingen

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.92

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Dossiers: Agro

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 9 april

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen