Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat bestuurder X, die de aangiften omzetbelasting van de vennootschap verzorgde, terecht aansprakelijk is gesteld voor de door de vennootschap niet betaalde omzetbelasting.

Belanghebbende, X, is bestuurder van een vennootschap. In juli 2013 dient de vennootschap een suppletieaangifte omzetbelasting in over het kalenderjaar 2011. De suppletie van € 24 900 heeft betrekking op omzetbelasting die is verschuldigd vanwege de oplevering van een bouwproject in december 2011. In augustus 2013 legt de inspecteur de vennootschap een naheffingsaanslag omzetbelasting op ad € 24 900. Deze naheffingsaanslag wordt niet betaald. De ontvanger stelt X vervolgens aansprakelijk voor de door de vennootschap niet betaalde omzetbelasting. X komt tegen de aansprakelijkstelling in beroep.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat X terecht aansprakelijk is gesteld voor de door de vennootschap niet betaalde omzetbelasting. De rechtbank acht aannemelijk dat de aangiften omzetbelasting over 2011 van de vennootschap zijn ingediend door X. Het is aan grove schuld van de vennootschap te wijten dat te lage aangifte is gedaan en het is aan X te wijten dat de vennootschap de betalingsonmacht niet rechtsgeldig heeft gemeld. X maakt namelijk niet aannemelijk dat hij voldoende zorgvuldig heeft gehandeld door over december 2011 een nihilaangifte in te dienen.  Het beroep is ongegrond.

Lees ook het thema Bestuurdersaansprakelijkheid: de gevolgen van kennelijk onbehoorlijk bestuur

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 36

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 9 april

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen