Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen een naheffingsaanslag omzetbelasting die is gedagtekend op 24 december 2016. Het bezwaar van X komt op 13 april 2017 bij de Belastingdienst binnen. In geschil is de ontvankelijkheid van het bezwaar.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de Belastingdienst verzending van de naheffingsaanslag naar het juiste adres van X aannemelijk heeft gemaakt. De inspecteur heeft een rapport ingebracht met onderzoeksresultaten ten aanzien van de opmaak en verzending van de naheffingsaanslag. Dit bewijst dat de naheffingsaanslag naar het juiste adres is verzonden. X stelt dat zij de naheffingsaanslag niet heeft ontvangen, maar deze enkele stelling is voor de rechtbank onvoldoende. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 6:9