Hof Amsterdam oordeelt anders dan Rechtbank Haarlem dat de ontvangst van de aanmaning door X wel aannemelijk is. Nu X niet binnen de in de aanmaningsbrief gestelde termijn aangifte heeft gedaan heeft de inspecteur terecht de verzuimboete van € 226 opgelegd.

Belanghebbende, X, is het niet eens met de verzuimboete wegens het niet tijdig doen van aangifte die de Belastingdienst hem heeft opgelegd. Rechtbank Haarlem oordeelt dat de boete moet komen te vervallen, omdat weliswaar aannemelijk is dat de Belastingdienst de aanmaning heeft verstuurd, maar niet dat X deze vervolgens heeft ontvangen.

Hof Amsterdam oordeelt, anders dan Rechtbank Haarlem, dat de ontvangst van de aanmaning door X wel aannemelijk is. Vaststaat dat de inspecteur de aanmaningsbrief naar het juiste adres heeft verzonden. De omstandigheid dat per post verzonden stukken in de regel op het daarop vermelde adres worden bezorgd of aangeboden rechtvaardigt het vermoeden van ontvangst of aanbieding van de aanmaningsbrief op dat adres. X heeft onvoldoende aangevoerd om redelijkerwijs te twijfelen aan de ontvangst of aanbieding van de aanmaningsbrief en daarmee het bewijsvermoeden te ontzenuwen. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat X op de zitting (desgevraagd) heeft verklaard niet meer te weten of hij de aanmaningsbrief wel of niet heeft ontvangen. Nu X niet binnen de in de aanmaningsbrief gestelde termijn aangifte heeft gedaan heeft de inspecteur terecht de verzuimboete van € 226 opgelegd

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 13 september

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen