X bv doet in 2012 en 2013 BPM-aangifte voor de invoer van diverse personenauto's met buitenlands kenteken. De verschuldigde BPM is steeds berekend op basis van de afschrijvingstabel gebruikte auto's. De meeste auto's hadden minder dan 10 km gereden. Eén auto had een km-stand van 84. Geen enkele auto vertoont sporen van gebruik of beschadiging. De inspecteur stelt dat het om nieuwe auto's gaat en legt naheffingsaanslagen op. De aanslag ziet ook op de CO2-toeslag voor een Alfa Romeo Mito 1.3 diesel. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de auto's nieuw zijn vanwege de zeer lage km-standen en omdat ze geen sporen van gebruik of schade vertonen (zie HR 14 september 2012, nr. 12/00848, V-N 2012/46.26). Voor de Alfa Romeo is X bv ook BPM verschuldigd. Het doet er niet toe dat op de datum waarop de auto voor het eerst tot de weg is toegelaten de CO2-toeslag nog niet gold. De auto is namelijk nieuw en moet dus worden vergeleken met een nieuwe auto. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de auto's door de eerdere registratie in het buitenland reeds als gebruikt hebben te gelden (zie HR 29 januari 2016, nr. 14/01503, V-N 2016/7.21). Met betrekking tot de Alfa Romeo is het beroep van X bv ook gegrond. De auto is op 29 mei 2012 voor de eerste maal tot de weg toegelaten en op die datum gold nog geen CO2-toeslag. Art. 110 VWEU staat niet toe dat de BPM-heffing op een ingevoerde, gebruikte auto hoger is dan de rest-BPM die nog drukt op een al op de binnenlandse markt aanwezige vergelijkbare auto. De Staatssecretarisvan Financiën gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat de beslissing van het hof dat de auto's gebruikte personenauto's zijn, reeds omdat de auto's voorafgaand aan de overbrenging naar Nederland op kenteken waren gezet, van een onjuiste rechtsopvatting getuigt (zie HR 14 september 2012, nr. 12/00848, V-N 2012/46.26). Aangezien de BPM is voldaan na intrekking van de Leidraad BPM 2006, kan door X bv niet met vrucht een beroep worden gedaan op het in dat besluit neergelegde beleid inzake het begrip 'gebruikt'. De Alfa Romeo gold ten tijde van de registratie in Nederland als een nieuwe personenauto, zodat terecht het tarief van dat jaar is toegepast. Voorts is redelijkerwijs niet voor twijfel vatbaar dat de uitleg van het begrip gebruikte personenauto strookt met de rechtspraak van het HvJ EU. Het beroep van de Staatssecretaris is gegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 110
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10