Rechtbank Arnhem oordeelt dat de ontvanger de heer X direct als de uiteindelijke natuurlijke persoon/bestuurder kan aanspreken voor de belastingschuld van de cv. De ontvanger is dus niet verplicht om eerst het tussenliggend lichaam aansprakelijk te stellen.

Belanghebbende, de heer X, is onmiddellijk en middellijk aandeelhouder in en bestuurder van een aantal bv's (hierna de C-groep). Tot deze groep behoort D bv, die eigenaresse is van een stuk bouwgrond. X sluit met een bouwbedrijf een samenwerkingsovereenkomst met het oog op het voor gemeenschappelijke rekening ontwikkelen, bouwen en verkopen van een appartementencomplex op de grond. In het kader van deze samenwerking wordt een commanditaire vennootschap, A cv, opgericht. Beherend vennoot en bestuurder van A bv en gerechtigd tot 2% van de resultaten, is H bv. De aandelen in H bv zijn voor 50% eigendom van de C-groep. Na de faillissementen van het bouwbedrijf en A cv wordt het project door de C-groep overgenomen en afgerond. In geschil is of X als middellijk bestuurder van A cv door de ontvanger terecht hoofdelijk aansprakelijk is gesteld voor de belastingschuld van de cv. Rechtbank Arnhem oordeelt dat de ontvanger X direct als de uiteindelijke natuurlijke persoon/bestuurder kan aanspreken. De ontvanger is dus niet verplicht om eerst H bv als tussenliggend lichaam/bestuurder aansprakelijk te stellen. De aansprakelijkstelling van X is voorts terecht, aangezien X niet aannemelijk maakt dat het niet aan hem te wijten is dat de belastingschuld niet is voldaan. X had zich namelijk als bestuurder van de cv bij de overdracht van het waardevolle bouwproject aan de C-groep sterk moeten maken voor het alsnog betalen van de relatief zeer geringe schuld. Het beroep is X ongegrond.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 36b

Invorderingswet 1990 33

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Rechtbank Arnhem

Editie: 7 december

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen