Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij het hoger beroepschrift binnen de termijn ter post heeft bezorgd. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.

Belanghebbende, X, stelt hoger beroep in tegen een uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant . De uitspraak is aangetekend verzonden op 30 november 2017. De termijn om hoger beroep in te dienen vangt aan op 1 december 2017 en eindigt op donderdag 11 januari 2018. Het hoger beroepschrift heeft als dagtekening 10 januari 2018. Dit geschrift is op 15 januari 2018 bij het hof binnengekomen. De poststempel op de envelop vermeldt als datum 12 januari 2018.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij het hoger beroepschrift binnen de termijn ter post heeft bezorgd. Gelet op de in HR 28 januari 2011, nr. 10/02285 (V-N 2011/8.4) geformuleerde regels heeft als bewijsrechtelijk uitgangspunt te gelden dat het hoger beroepschrift, gelet op de poststempel, te laat ter post is bezorgd. Nu X geen stelling heeft ingenomen over de terpostbezorging en dit wel in de rede lag omdat de inspecteur in zijn verweerschrift tot niet-ontvankelijkheid heeft geconcludeerd, is het hoger beroep te laat ingediend.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Algemene wet bestuursrecht 6:9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 10 april

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen