Belanghebbende, X, is door de Belastingdienst geïdentificeerd als houder van een rekening bij KB Lux. De inspecteur corrigeert in verband met deze rekening het door X aangegeven inkomen in box 3.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X terecht als rekeninghouder bij KB Lux is geïdentificeerd. De combinatie van voor- en achternaam van X komt slechts tweemaal voor in het BVR-systeem van de Belastingdienst. De persoon met dezelfde voor- en achternaam als X is echter al in 1980 overleden. Verder wijst de rechtbank op de beslissing van de Hoge Raad in de zaken van X over de jaren 1991 t/m 2000 (HR 12 april 2013, nr. 12/01566, BNB 2013/134). De rechtbank past omkering van de bewijslast toe omdat X niet de vereiste aangifte heeft gedaan. X heeft niet doen blijken dat de uitspraken op bezwaar onjuist zijn. Het beroep van X is wel gegrond omdat de inspecteur in zijn verweerschrift zich nader op het standpunt heeft gesteld dat op grond van art. 2.17 lid 4 Wet IB 2001 (slechts) de helft van de correctie 2002 aan X moet worden toegerekend.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 15 november