Hof Den Haag oordeelt dat belanghebbenden niet aannemelijk hebben gemaakt dat het bezwaarschrift met dagtekening 21 juli 2011 tijdig aan de Belastingdienst is verzonden. 

Belanghebbenden maken bezwaar tegen een navorderingsaanslag IB/PVV 2007 die de inspecteur heeft opgelegd aan erflater. In geschil is de ontvankelijkheid van het bezwaar.

Hof Den Haag oordeelt dat belanghebbenden niet aannemelijk hebben gemaakt dat het bezwaarschrift met dagtekening 21 juli 2011 tijdig naar de Belastingdienst is verzonden. Het standpunt van belanghebbenden dat het bezwaarschrift onderdeel vormt van de aan het hof toegestuurde bescheiden als onderdeel van de lopende procedure met kenmerk BK-04/02410 mist steun in de feiten. Ten tijde van het zenden van de brief van 23 december 2010 aan het hof en de mondelinge behandeling van deze zaak op 15 april 2011 bij het hof was de navorderingsaanslag immers nog niet opgelegd. Ook in zoverre kan niet worden geoordeeld dat het bezwaar tijdig is ingediend.  Nu de inspecteur het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard, komt het hof niet toe aan de beoordeling van de rechtmatigheid van de vaststellingsovereenkomst die erflater heeft gesloten met de Belastingdienst. Het hof verklaart het hoger beroep van belanghebbenden ongegrond en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:7 en 6:9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 9 december

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen