Hof Den Haag oordeelt dat Rechtbank Den Haag het beroep van X gericht tegen de informatiebeschikking niet-ontvankelijk had moeten verklaren. Dit omdat met de vaststelling van de aanslag IB/PVV 2009 op 27 november 2013 de informatiebeschikking van rechtswege is vervallen.

Aan belanghebbende, X, wordt een informatiebeschikking opgelegd met betrekking tot een nog op te leggen aanslag IB/PVV 2009. De informatiebeschikking houdt verband met de weigering van X om informatie te geven over het aanhouden van een bankrekening bij KB Lux.

Hof Den Haag oordeelt dat Rechtbank Den Haag het beroep van X gericht tegen de informatiebeschikking niet-ontvankelijk had moeten verklaren. Dit omdat met de vaststelling van de aanslag IB/PVV 2009 op 27 november 2013 de informatiebeschikking van rechtswege is vervallen (art. 52a lid 3 juncto art. 5 lid 1 AWR). Vervolgens overweegt het hof dat het aan X zelf te wijten is dat hij bezwaar heeft moeten maken en vervolgens procedures voor de rechtbank en het hof heeft moeten voeren. X heeft immers zelf onjuiste informatie over zijn bankrekening verstrekt. Van kosten die X in verband met de behandeling van het bezwaar, het beroep en het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken, zoals bedoeld in art. 7:15 lid 2 en art. 8:75 lid 1 Awb, is dan ook geen sprake.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:15 en 8:75

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 9 december

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen