Rechtbank Breda oordeelt dat de Belastingdienst het uit België afkomstige bewijs nog steeds mocht gebruiken om X navorderingsaanslagen op te leggen in verband met de bankrekening bij KBLux. De rechtbank overweegt dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat overheidsdienaren op enigerlei wijze direct of indirect betrokken zijn geweest bij de diefstal of de verduistering van de microfiches van KBLux of op enige andere wijze frauduleus gedrag van ex-werknemers van KBLux hebben geïnitieerd of gefaciliteerd.

X beschikte over een bankrekening bij de kredietbank Luxembourg (hierna: KBLux) zonder hiervan melding te maken in zijn aangiften inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 1992 tot en met 2000. De inspecteur legt X navorderingsaanslagen IB/PVV op over de jaren 1993 t/m 1999. X stelt onder meer dat het uit België afkomstige bewijs over de bankrekening van X niet door de Belastingdienst mag worden gebruikt, gelet op een uitspraak van het Hof van Cassatie te Brussel.

Rechtbank Breda oordeelt dat de Belastingdienst het uit België afkomstige bewijs nog steeds mocht gebruiken om X navorderingsaanslagen op te leggen in verband met de bankrekening bij KBLux. De rechtbank overweegt dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat overheidsdienaren op enigerlei wijze direct of indirect betrokken zijn geweest bij de diefstal of de verduistering van de microfiches van KBLux of op enige andere wijze frauduleus gedrag van ex-werknemers van KBLux hebben geïnitieerd of gefaciliteerd (Hof Amsterdam 23 september 2010, nr. 04/04923, LJN: BN8625). De navorderingsaanslagen over de jaren 1993 tot en met 1997 – die zijn opgelegd met toepassing van de verlengde navorderingstermijn – komen echter wel te vervallen nu de inspecteur bij het opleggen daarvan onvoldoende voortvarend heeft gehandeld (er is ruim 3 jaar verstreken tussen het moment dat de inspecteur over de noodzakelijke informatie beschikte en het moment dat de aanslagen zijn opgelegd). De rechtbank kent eenmaal (en dus niet per aanslag) een immateriële schadevergoeding van € 500 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn. Er bestaat tussen de aanslagen een zodanige samenhang dat sprake is van één spanning en frustratie veroorzakende zaak.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Breda

Editie: 13 november

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen