Belanghebbende, X, is het niet eens met de WOZ-waarde 2012 en 2013 van een perceel grond bedoeld voor herontwikkeling. Na aankoop blijkt dat er nog veel oude funderingspalen en –resten in de grond aanwezig te zijn. In geschil is of deze ‘verborgen gebreken’ invloed hebben op de WOZ-waarde.
Hof Amsterdam oordeelt dat de belastingrechter in een WOZ-procedure niet gebonden is aan de uitkomst van een civielrechtelijke procedure over (kort gezegd) verborgen gebreken aan de onroerende zaak. De criteria die gelden voor civielrechtelijke aansprakelijkheid, zijn andere criteria dan die welke gelden voor het bepalen van de WOZ-waarde. Het is immers mogelijk dat een koper het (contractuele) risico draagt voor bepaalde verborgen gebreken die indien bekend hadden geleid tot een lagere verkoopprijs of de koper hadden weerhouden van aankoop. Andersom is het ook mogelijk, dat een schadevergoeding wordt toegekend die betrekking heeft op schade die los staat van de waarde. Het feit dat de civiele rechter van de rechtbank de vordering van X heeft afgewezen, betekent dus niet dat er geen (verborgen) waardeverminderende factoren aanwezig waren ten tijde van de koop. De rechtbank heeft dit miskend. Tot een verlaging van de waarde kan dit echter niet leiden. De prijs die de meestbiedende gegadigde voor het perceel zou hebben betaald als zij wel op de hoogte zouden zijn geweest van de ware toestand van het perceel, ligt volgens het hof namelijk nog boven de vastgestelde WOZ-waarde.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 31 oktober