Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van X gericht tegen de rentebeschikking ter zake van de BPM-teruggaaf ongegrond. X heeft wel recht op een schadevergoeding van € 500.

X is het niet eens met een beschikking belastingrente in verband met een teruggaaf van BPM. In de uitspraak op bezwaar kent de inspecteur X een rentevergoeding toe van € 23.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van X gericht tegen de rentebeschikking ter zake van de BPM-teruggaaf ongegrond. De rentebeschikking is gegeven op grond van art. 30ha AWR. Op grond van art. 30j AWR is het de inspecteur die een dergelijke beschikking neemt. De rechtbank verwerpt dan ook de stelling van X dat de inspecteur niet bevoegd is om de rentebeschikking te geven. Voor zover X bedoelt dat met inachtneming van het Irimie-arrest (HvJ EU 18 april 2013, ECLI:EU:C:2013:250) over een langere periode rente moet worden vergoed omdat de teruggaaf ziet op belasting die in strijd met het Unierecht is geheven, dient zij zich tot de ontvanger te wenden (vgl. HR 3 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:341, V-N 2017/14.9). De rechtbank oordeelt dat de inspecteur de rente heeft berekend over de juiste periode en naar het juiste percentage. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond, maar kent wel een schadevergoeding toe van € 500 wegens overschrijding van de redelijke termijn.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 30j

Algemene wet inzake rijksbelastingen 30ha

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 20 februari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen