De Staatssecretaris van Financiën beslist op een bezwaar inzake het Wob-verzoek om openbaarmaking van kosten die betrekking hebben op het APA-ATR-team. Hij vindt het bezwaar gedeeltelijk gegrond.
De Staatssecretaris van Financiën doet uitspraak op een bezwaar dat gericht is tegen een beslissing op een verzoek dat ingediend is op basis van de Wet openbaarheid van bestuur om:
-
Openbaarmaking van de jaarlijkse kosten van het APA-ATR-team.
-
Doorberekening van kosten van het afgeven van belastingrulings.
-
Onderbouwing van de extra benodigde capaciteit bij de Belastingdienst om te kunnen voldoen aan de Europese pseudowetgeving voor belastingrulingpraktijken.
Inzake 1. blijft de staatssecretaris bij zijn eerdere afwijzing. Er worden namelijk geen berekeningen gemaakt van de kosten van het APA-ATR-team, en de Wob verplicht niet dergelijke berekeningen op te maken.
Inzake 2. beperkt de staatssecretaris zich tot de opmerking dat er geen doorberekening plaatsvindt.
Inzake 3. oordeelt de staatssecretaris dat het bezwaar gedeeltelijk gegrond is. Hij verkondigt onder meer dat het conceptmemo 2017-1250 Implementatie richtsnoeren op het gebied van rulings inmiddels definitief is geworden en grotendeels voor openbaarmaking in aanmerking komt. Bepaalde passages van het document worden echter niet openbaar gemaakt.