De Staatssecretaris van Financiën heeft het beleidsbesluit over de handel in verlieslichamen (V-N 2020/28.9) geactualiseerd

De volgende standpunten zijn toegevoegd:

  • Onder omstandigheden kan ook bij de overdracht van een beperkt aandelenbelang sprake zijn van een kwalificerende belangwijziging (onderdeel 2.1.);
  • Deelnemingen van een houdstermaatschappij zijn geen belegging voor de zogenoemde beleggingstoets als deze worden gehouden in het kader van een schakelfunctie in dienst van een materiële groepsonderneming, ook niet als de houdstermaatschappij zelf geen feitelijke werkzaamheden verricht (onderdeel 6.2.);
  • Bij de werkzaamhedentoets biedt een vergelijking van de jaaromzet van het oudste verliesjaar en het jaar van belangwijziging onder omstandigheden een vertekend beeld van de mate van werkzaamhedenwijziging en moet een omzetperiode worden gebruikt die een beter inzicht geeft (onderdeel 7.1.);
  • Voor de werkzaamhedentoets is een ten tijde van de belangwijziging bestaand voornemen tot fusie waarbij de verliesvennootschap verdwijnt een voornemen tot volledige beëindiging van de werkzaamheden. De staatssecretaris acht een dergelijke inkrimping niet aanwezig als de fusie fiscaal wordt begeleid met toepassing van art. 14b lid 3 Wet VPB 1969 of artikel 18 Besluit fiscale eenheid 2003 (onderdeel 7.3.2.1.);
  • Als door de belangwijziging een maatschappij met voorvoegingsverliezen ontvoegt uit een fiscale eenheid geldt voor de eventuele herwaardering van het vermogen van die maatschappij op de voet van art. 20a lid 12 Wet VPB 1969 dat deze plaatsvindt onmiddellijk voorafgaand aan de ontvoeging en dus ten gunste komt van de winst van de fiscale eenheid (onderdeel 9.6.).

Dit besluit treedt in werking met ingang van 9 maart 2024.

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 20a

[Nieuwsbron]

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 11 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

526

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen