Belanghebbende, X, heeft voor het jaar 2002 een premie-inkomen aangegeven van € 8732. De inspecteur is afgeweken van de aangifte en heeft het premie-inkomen berekend op € 39 261. De aanslag is op 26 mei 2005 opgelegd naar het maximaal in aanmerking te nemen premie-inkomen van € 38 118. X en de inspecteur hebben op 4 april 2005 overeenstemming bereikt over het vaststellen van de inkomens van X voor de jaren 1999 tot en met 2004. Voor het jaar 2002 is het inkomen vastgesteld op € 35 007. Dit inkomen wordt verminderd tot € 11 675 door verliesverrekening uit oude jaren. X komt in beroep en stelt dat het premie-inkomen in 2002 veel lager moet zijn dan € 39 261 en dat hij nooit met de correcties akkoord zou zijn gegaan als hij had geweten dat dat tot een zo hoog premie-inkomen zou leiden.
Rechtbank 's-Gravenhage overweegt dat nu X zich akkoord heeft verklaard met de correcties, het op zijn weg ligt om aannemelijk te maken dat die correcties desalniettemin te hoog zijn. X heeft dit niet aannemelijk gemaakt. Volgens de rechtbank kent de WAZ geen bepaling dat verliezen kunnen worden verrekend met inkomens van latere jaren, in tegenstelling tot de Wet IB 2001. Het beroep van X is ongegrond. X komt in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch overweegt dat X geen recht heeft op verliescompensatie voor de premieheffing. Het beroep is in zoverre ongegrond. Voor dat geval betwist X de hoogte van het premie-inkomen. De rechtbank heeft daarvoor betekenis toegekend aan de vaststellingovereenkomst. Zij heeft de daarin gekozen en gecorrigeerde bedragen tot uitgangspunt genomen. Bovendien heeft zij op X de bewijslast gelegd van de onjuistheid van de correcties. Het hof overweegt anders. Niet X maar de inspecteur heeft de bewijslast en het bewijsrisico van de juistheid van de correcties en de daarmee gemoeide bedragen. Daarin heeft de vaststellingsovereenkomst geen wijziging gebracht. De inspecteur heeft daarmee geconfronteerd ter zitting desgevraagd alleen naar de vaststellingsovereenkomst voor de inkomstenbelasting verwezen en dat is naar het oordeel van het hof niet genoeg. Het hof berekent het premie-inkomen op het bedrag dat X heeft aangegeven. Dit wordt alleen vermeerderd met de bijtelling voor privégebruik auto, waarover partijen het eens zijn. Het hoger beroep is in zoverre gegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Premieheffing
Instantie: Hof 's-Gravenhage