Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de bezwaren van X bv tegen de aangiften kansspelbelasting waarvan de bedragen niet op aangiften zijn voldaan, terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X bv, doet aangiften kansspelbelasting voor verschillende tijdvakken. X bv maakt steeds bezwaar op dezelfde dag dat aangifte is gedaan. Omdat X bv de kansspelbelasting telkens niet op aangifte voldoet, legt de inspecteur naheffingsaanslagen kansspelbelasting op. In geschil is de ontvankelijkheid van de bezwaren van X bv.

Hof Arnhem-Leeuwarden (MK I, 10 oktober 2017, 15/01002, etc., V-N Vandaag 2017/2406) oordeelt dat de inspecteur de bezwaren van X bv tegen de aangiften kansspelbelasting waarvan de bedragen niet op aangiften zijn voldaan, terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Omdat de aangiften niet zijn betaald, waren de bezwaren zonder voorwerp en dus niet-ontvankelijk. Vervolgens oordeelt het hof dat de betaling van de respectievelijke naheffingsaanslagen kansspelbelasting niet is aan te merken als belasting die op aangifte is voldaan en dat de bezwaarschriften die zijn ingediend naar aanleiding van de aangiften waarop de aangegeven belasting niet is afgedragen, niet geacht moeten worden te zijn gericht tegen de naheffingsaanslagen die zijn opgelegd naar aanleiding van het achterwege blijven van die afdracht (vgl. HR 30 januari 2015, nr. 14/03580, V-N 2015/8.5). Het hoger beroep van X bv is ongegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Lees ook het thema Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:10

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Kansspelbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 10 oktober

19

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen