De heer X wint in september en oktober 2009 pokerprijzen via internet. X doet voor deze maanden nihil-aangiften en draagt ook niks af. In de toelichting bij de aangiften schrijft X dat hij niet belastingplichtig is. In geschil is of terecht naheffingsaanslagen van in totaal € 39.148 zijn opgelegd, alsmede de verzuimboetes van € 782. De bezwaartermijn eindigt op 1 februari 2010. De op 29 maart 2010 ontvangen bezwaarschriften zijn door de inspecteur niet-ontvankelijk verklaard. Rechtbank Leeuwarden stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X zich vergeefs beroept op de briefwisseling over de proefprocedure die zijn gemachtigde in augustus 2009 met de inspecteur was gestart. Dit geldt ook voor de bezwaren van X van 20 november 2009 ten aanzien van de naheffingsaanslagen voor december 2008, februari 2009, maart 2009, april 2009, mei 2009 en augustus 2009. Het besluit om de onderhavige aanslagen op te leggen, is namelijk pas medio december 2009 genomen. Weliswaar hoefden deelnemers aan de proefprocedure slechts éénmaal bezwaar tegen een eigen aangifte te maken, maar dan moesten de aangiften en afdrachten wel steeds tijdig zijn gedaan. Het maakt ook niet uit dat de bezwaren vanwege de proefprocedure aanvankelijk zijn aangehouden en dat pas in januari 2012 uitspraak op bezwaar is gedaan. De bezwaren zijn dus terecht wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Kansspelbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 3 juli