X koopt in 2013 in Duitsland een personenauto van merk BMW voor € 23.100. De auto is in 2010 voor het eerst tot de weg toegelaten. Voor de BPM-aangifte gaat X uit van een koerslijstwaarde van € 25.788 en brengt daarop schade van € 7.616 in mindering. X voldoet aldus € 2929 aan BPM. In geschil is of terecht een naheffingsaanslag is opgelegd van € 1848. De inspecteur gaat uit van een handelsinkoopwaarde van € 29.250 en stelt dat X niet de vereiste aangifte heeft gedaan, zodat de bewijslast moet worden omgekeerd. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de bewijslast niet omgekeerd hoeft te worden, ondanks dat het verschil tussen de eigen aankoopprijs en de aangegeven waarde groot is. De auto is namelijk niet gekocht op de Nederlandse markt en van een leasemaatschappij en niet van een particulier. Het eigen aankoopcijfer is daarom geen goede maatstaf voor de waarde die bij de aangifte gebruikt moet worden. Bij het vaststellen van de handelsinkoopwaarde heeft X ten onrechte schade op de koerslijstwaarde in mindering gebracht. De schade bestaat namelijk uit steenslag, enkele deukjes en krassen en deze is normaal gelet op de leeftijd en de kilometerstand (130.728 km). De schade is al verdisconteerd in de koerslijstwaarde. Bij de naheffing is terecht uitgegaan van een catalogusprijs van € 90.102 (exclusief kosten rijklaar maken). Deze prijs is namelijk het best te vergelijken met een ander type BMW dat wel op de Nederlandse markt is. De leeftijdskorting is door de inspecteur wel ten onrechte gebaseerd op de aangiftedatum en niet van de registratiedatum. De aanslag wordt verminderd tot € 1196.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 3 juli