Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat bij een beroep dat gaat over de vraag of een bezwaarschrift terecht niet-ontvankelijk is verklaard een wegingsfactor van 0,25 (zeer lichte zaak) volstaat voor de berekening van de proceskostenvergoeding. 

Belanghebbende, X bv, maakt pro forma bezwaar tegen de WOZ-beschikking 2013 van haar onroerende zaak. De heffingsambtenaar van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (hierna: GBT) verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van de gronden. Rechtbank Overijssel vernietigt deze niet-ontvankelijkverklaring en kent X bv een proceskostenvergoeding toe, rekening houdend met een wegingsfactor 1 (zaak van gemiddelde zwaarte).

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat bij een beroep dat gaat over de vraag of een bezwaarschrift terecht niet-ontvankelijk is verklaard een wegingsfactor van 0,25 (zeer lichte zaak) volstaat voor de berekening van de proceskostenvergoeding. Er is sprake van een eenvoudige en niet-bewerkelijke zaak met als gevolg een zeer beperkte werkbelasting voor de gemachtigde van X bv. De rechtbank heeft ten onrechte een wegingsfactor 1 (gemiddeld) gehanteerd. Het hoger beroep van de directeur van GBT is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 28 november

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen