Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat de door hem vastgestelde waarde van het winkelpand niet te hoog is. 

Belanghebbende, X bv, is eigenaar van een winkelpand. Zij verschilt met de heffingsambtenaar van de gemeente van mening over de hoogte van de WOZ-waarde 2012.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde van het winkelpand niet te hoog is. De gegevens die hij ter onderbouwing van de huurwaarde heeft gebruikt zijn te eenzijdig (de vergelijkingsobjecten zijn allen beter gelegen) en te afwijkend (de vergelijkingsobjecten zijn qua oppervlakte niet vergelijkbaar). De heffingsambtenaar had volgens het hof duidelijker uiteen moeten zetten hoe hij tot de waarde van de twee elementen van de waardebepaling (huurwaarde en kapitalisatiefactor) is gekomen. Voor wat betreft de huurwaarde lag een vergelijking met meer (dan twee) feitelijke huurprijzen van nabij gelegen winkelpanden voor de hand. Voor wat betreft de kapitalisatiefactor had een berekening aan de hand van de bottom-up methode tot meer inzicht in de hoogte van de vastgestelde factor kunnen leiden. Nu X bv de door haar bepleite waarde evenmin aannemelijk maakt, stelt het hof de WOZ-waarde in goede justitie vast op een bedrag van € 1.100.000 (was: € 1.240.000).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 28 november

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen