Rechtbank Gelderland oordeelt dat X en Y bv niet aannemelijk maken dat de pensioenregeling tijdig is aangepast. Nu hieraan geen handeling van de contractpartijen ten grondslag ligt, kan de inspecteur slechts heffen over het deel van de aanspraak dat bovenmatig is.

Belanghebbende, X, houdt de aandelen in Y bv. Y bv heeft een pensioen aan X toegekend. Het pensioen voldoet niet aan de normen van het Witteveenkader, omdat in de pensioenbrief geen afkoopverbod is opgenomen en de pensioenopbouw hoger is dan is toegestaan volgens de regels van het Witteveenkader. Y bv verzoekt G bv om het pensioen vóór 1 juni 2004 in overeenstemming met het Witteveenkader te brengen. Dit lukt echter niet. De inspecteur stelt dat de pensioenaanspraak in 2004 is belast met LB en IB en corrigeert de IB-aangifte 2004 van X en legt een LB-naheffingsaanslag aan Y bv op.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X en Y bv niet aannemelijk maken dat de pensioenregeling tijdig is aangepast. De rechtbank acht daarbij verschillende verklaringen van X van belang. Vervolgens overweegt de rechtbank dat het feit dat de pensioenregeling niet langer kwalificeert als wettelijke pensioenregeling, in casu niet wordt veroorzaakt door een handeling van de contractpartijen, maar door een wijziging van de wettelijke vereisten met de invoering van het Witteveenkader in 1999. In een dergelijk geval is het dan conform een redelijke, aan doel en strekking van de wet beantwoordende, uitlegging van art. 19b van de Wet LB om slechts LB en IB te heffen over het deel van de aanspraak dat bovenmatig is. De rechtbank stelt het bovenmatige deel vervolgens vast op € 204. De rechtbank vermindert de (naheffings)aanslagen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.81

Wet op de loonbelasting 1964 38b

Wet op de loonbelasting 1964 19b

Wet op de loonbelasting 1964 18

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 22 november

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen