Hof Amsterdam overweegt dat de heffingsambtenaar van het hoogheemraadschap niet aannemelijk maakt dat de gemeente al uitspraak op het WOZ-bezwaar heeft gedaan toen hij besliste op het bezwaar van X tegen de aanslag waterschapsomslag. 

Belanghebbende, X, is eigenaar van een woning in de gemeente Leiderdorp. De heffingsambtenaar van het Hoogheemraadschap van Rijnland legt X een aanslag waterschapsomslag 2005 op, gebaseerd op de WOZ-waarde van de woning. X maakt bezwaar tegen zowel de WOZ-beschikking als de aanslag waterschapsomslag. Voor Hof 's-Gravenhage voert X aan dat de WOZ-beschikking nog niet onherroepelijk vaststond toen de heffingsambtenaar uitspraak deed op haar bezwaar tegen de aanslag waterschapsomslag en dus is art. 131 Waterschapswet geschonden. Het hof oordeelt dat X deze stelling niet aannemelijk maakt. De Hoge Raad oordeelt anders. Nu X ontkent de uitspraak op bezwaar te hebben ontvangen, is het aan de heffingsambtenaar om de verzending hiervan naar het adres van X te bewijzen (HR 15 oktober 2010, nr. 09/03033, V-N 2010/54.8). De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof Amsterdam.

Hof Amsterdam overweegt dat de heffingsambtenaar van het hoogheemraadschap niet aannemelijk maakt dat de gemeente al uitspraak op het WOZ-bezwaar heeft gedaan toen hij besliste op het bezwaar van X tegen de aanslag waterschapsomslag. De heffingsambtenaar heeft ervan afgezien het nadere bewijs te leveren dat de uitspraak op bezwaar naar X is verzonden en de heffingsambtenaar is evenmin ter zitting van het hof verschenen. Het hof verwerpt de stelling van de heffingsambtenaar dat hem geen verwijt kan worden gemaakt ter zake van een mogelijk niet correcte verzending van de uitspraak op bezwaar door de gemeente Leiderdorp. Het hof overweegt dat het aan de heffingsambtenaar is om zich ervan te vergewissen dat hij, gelet op art. 131 Waterschapswet, bevoegd is om uitspraak op bezwaar te doen. De ontvangst van elektronisch door de gemeente aangeleverde gegevens over de verminderde WOZ-waarde, is niet voldoende. Conclusie is dat de WOZ-beschikking nog niet onherroepelijk vaststond toen de heffingsambtenaar uitspraak op bezwaar deed. De uitspraak op  bezwaar moet daarom worden vernietigd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Waterschapswet 131

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 22 november

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen