A-G Niessen is van mening dat Nederland slechts het volledige heffingvrije vermogen moet toekennen als X ten minste 90% van zijn inkomen in Nederland verwerft.

De heer X is inwoner van Duitsland. X bezit participaties in fiscaal transparante Nederlandse beleggingsfondsen met onroerende zaken in Nederland. X geniet minder dan 90% van zijn gezinsinkomen in Nederland. X claimt over 2007 als buitenlands belastingplichtige de aftrek van het heffingvrije vermogen ad € 20.014. Rechtbank Breda oordeelt dat de aftrek terecht is geweigerd. Het heffingvrije vermogen is namelijk geen brongebonden aftrekpost die betrekking heeft op bepaalde activiteiten of vermogensbestanddelen, maar het is een algemene aftrekpost. X gaat in cassatie.

Advocaat-Generaal Niessen is van mening dat Nederland slechts het volledige heffingvrije vermogen moet toekennen als X ten minste 90% van zijn inkomen in Nederland verwerft. Als niet aan het 90%-criterium wordt voldaan, mogen ingezetenen en niet-ingezetenen volgens de Schumacker-doctrine ongelijk worden behandeld zonder dat daarvoor nadere rechtvaardigingsgronden hoeven te gelden. Het heffingvrije vermogen is een tegemoetkoming die de persoonlijke/fiscale draagkracht van belastingplichtigen beïnvloedt en is geen voordeel dat onlosmakelijk is verbonden met een activiteit waaruit inkomsten worden verkregen. De A-G concludeert tot ongegrondverklaring.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

2

Gerelateerde artikelen