Belanghebbende, X bv, is het niet eens met de aan haar opgelegde VPB-aanslagen. De motivering van haar bezwaarschriften stuurt X bv op naar Z, een medewerker van de Belastingdienst die als contactpersoon van B, de bestuurder van X bv, is aangewezen. Z stuurt de bezwaren echter niet door naar de inspecteur. De bezwaren worden vervolgens, wegens het ontbreken van een motivering, niet-ontvankelijk verklaard. X bv gaat in beroep en verzoekt om een integrale proceskostenvergoeding.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv recht heeft op een proceskostenvergoeding. Volgens de rechtbank is het namelijk niet uitsluitend aan X bv te wijten dat zij de motivering van de bezwaren aan Z heeft gezonden, en niet aan de inspecteur. X bv heeft volgens de rechtbank echter geen recht op een integrale proceskostenvergoeding. Volgens de rechtbank valt de inspecteur namelijk niet ‘in vergaande mate' onzorgvuldig handelen te verwijten. De rechtbank wijst de zaak terug naar de inspecteur.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 13 december