Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat X grote bedragen aan B bv heeft onttrokken.

Belanghebbende, X, is bestuurder van A bv. Sinds 27 februari 2004 is X ook enig aandeelhouder van B bv. Tot deze datum stond D als enig aandeelhouder en bestuurder van B bv ingeschreven. De inspecteur corrigeert de door X ingediende IB-aangifte voor het jaar 2002. Rechtbank 's-Gravenhage stelt belanghebbende in het gelijk en vermindert de aanslag. Hof 's-Gravenhage bevestigt de uitspraak van de rechtbank. In cassatie stelt de staatssecretaris dat het hof stellingen van de inspecteur niet heeft behandeld. De Hoge Raad oordeelt in zijn arrest van 7 mei 2010 (nr. 09/00401, V-N 2010/22.5) dat het hof in zijn uitspraak heeft verzuimd om een oordeel te geven over de stellingen van de inspecteur. De inspecteur had namelijk gesteld dat D als strovrouw voor X fungeerde. X zou daarom als genieter van inkomen uit aanmerkelijk belang in deze bv moeten worden aangemerkt. Volgens de inspecteur zou X grote bedragen aan B bv hebben onttrokken. De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof Amsterdam.

Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat X grote bedragen aan B bv heeft onttrokken. Volgens het hof blijkt uit de verklaringen van werknemers van B bv weliswaar dat X jaarlijks € 50.000 - € 60.000 contant uit de kas van B bv opnam, maar uit de latere verklaringen van diezelfde werknemers blijkt echter dat deze opnamen in rekening-courant van B bv werden geboekt. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

0

Gerelateerde artikelen