Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat de heffing van precariobelasting in dit geval niet geblokkeerd wordt door een overeenkomst.

Belanghebbende, X bv, is het niet eens met een aanslag precariobelasting die de gemeente Bunschoten haar heeft opgelegd. In geschil is alleen de precariobelasting die betrekking heeft op het hebben van gasleidingen door X bv in gemeentegrond. X bv beroept zich op een exploitatieovereenkomst die de gemeente in het verleden heeft gesloten.

Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat de heffing van precariobelasting in dit geval niet geblokkeerd wordt door een overeenkomst. In beginsel kan een uit een overeenkomst voortvloeiend recht alleen worden uitgeoefend tegenover degenen die partij waren bij die overeenkomst. De overeenkomst is gesloten tussen de gemeente en een nv waarvan X bv niet de rechtsopvolger is. Van vereenzelviging van rechtspersonen of derdenbeding is volgens de rechtbank geen sprake. De exploitatieovereenkomst is verder door B. en W. opgezegd per 25 september 2014. De overeenkomst van cessie waarbij de nv haar vorderingsrechten jegens de gemeente inzake het verbod op precariobelasting heeft overgedragen aan X bv, kan niet tot een ander oordeel leiden. Nog daargelaten of de heffingsambtenaar daarvoor geen toestemming had moeten geven, stelt de rechtbank vast dat daarmee slechts het vorderingsrecht van de nv om niet te worden aangeslagen voor precariobelasting wordt overgedragen. Aangezien de precariobelasting niet van de nv wordt geheven, kan zij dit vorderingsrecht niet overdragen. Tenslotte faalt ook het beroep van X bv op het vertrouwensbeginsel.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Midden-Nederland

Editie: 19 april

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen