Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de crisisheffing niet in strijd is met art. 1 en het systeem van de Wet LB 1964. Ook is er geen strijd met art. 1 EP EVRM en het discriminatieverbod. De rechtbank verwijst daarbij naar de arresten van de Hoge Raad van 29 januari 2016.

X nv draagt over het tijdvak maart 2013 op aangifte € 204.116 af aan pseudo-eindheffing hoog loon (crisisheffing). In geschil is of de crisisheffing in strijd is met art. 1 en het systeem van de Wet LB 1964, art. 1 EP EVRM en het discriminatieverbod.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de crisisheffing niet in strijd is met art. 1 en het systeem van de Wet LB 1964. Ook is er geen strijd met art. 1 EP EVRM en het discriminatieverbod. De rechtbank verwijst daarbij naar de arresten van de Hoge Raad van 29 januari 2016 (zie ook TaxVisions editie 5 februari 2017). Verder is de rechtbank van mening dat X nv niet aannemelijk maakt dat de terugwerkende kracht een individuele en buitensporige belastingheffing tot gevolg heeft.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 32bd

Wet op de loonbelasting 1964 1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

2

Gerelateerde artikelen