Rechtbank Gelderland oordeelt dat de samenloop tussen de pseudo-eindheffing excessieve vertrekvergoedingen en de crisisheffing niet in strijd is met art. 1 EP. De rechtbank verwijst daarbij naar de wetsgeschiedenis.

X bv draagt over het tijdvak maart 2013 € 291.020 aan pseudo-eindheffing hoge lonen (crisisheffing) af. Verder legt de inspecteur naheffingsaanslagen pseudo-eindheffing excessieve vertrekvergoedingen op over de jaren 2012 en 2013. X bv stelt dat er sprake is van strijd met art. 14 EVRM, art. 26 IVBPR en art. 1 EP. Hierbij stelt X bv onder andere dat de samenloop tussen de pseudo-eindheffing excessieve vertrekvergoedingen en de crisisheffing in strijd is met art. 1 EP.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de samenloop tussen de pseudo-eindheffing excessieve vertrekvergoedingen en de crisisheffing niet in strijd is met art. 1 EP. De rechtbank verwijst daarbij naar de wetsgeschiedenis. Hieruit blijkt namelijk dat de wetgever zich bewust is geweest van de mogelijkheid dat de beide heffingen kunnen samenlopen, dat deze cumulatie is geaccepteerd en dat bewust geen anticumulatiebepaling is opgenomen. Volgens de rechtbank is er een voldoende rechtvaardiging gegeven voor de cumulatie en heeft de wetgever zijn ruime beoordelingsvrijheid niet overschreden. Ten aanzien van de overige klachten van X bv (strijd met het wettelijke systeem, het discriminatiebeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel) verwijst de rechtbank naar de jurisprudentie van de Hoge Raad op dit gebied. Ook is er volgens de rechtbank geen sprake van een individuele en buitensporige last. Het gelijk is aan de inspecteur.

Lees ook het thema Eindheffingen: Loonbelasting heffen van de werkgever.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 32bd

Wet op de loonbelasting 1964 32bb

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 24 oktober

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen