Belanghebbende, X, is gehuwd met A. X dient een pro forma bezwaarschrift in tegen de IB-aanslag 2012. In haar bezwaarschrift verzoekt X om te worden gehoord, en claimt zij aftrek van € 8699 aan eigenwoningrente. De inspecteur stelt de aftrekbare eigenwoningrente vast op € 8574, en rekent hiervan € 4287 aan X toe. X stelt dat zij ten onrechte niet is gehoord en dat de correctie ten aanzien van de eigenwoningrente ten onrechte is doorgevoerd.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur de afgetrokken eigenwoningrente terecht heeft gecorrigeerd. De rechtbank wijst er hierbij op dat X en A beiden € 8699 aan eigenwoningrente in hun aangiften hebben afgetrokken. Op grond van art. 2.17 Wet IB 2001 heeft X dan recht op aftrek van de helft. Ten aanzien van het verzoek van X om te worden gehoord, merkt de rechtbank op dat de inspecteur in totaal ten minste 12 brieven en 22 e-mails aan X heeft gestuurd, met name met verzoeken om informatie en een nadere motivering van het pro forma bezwaarschrift. Van deze brieven en e-mails hielden er in totaal 20 (mede) verband met het horen van X. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat X, als er sprake was van een concrete uitnodiging, deze altijd op het laatste moment afzegde. Volgens de rechtbank heeft de inspecteur X in voldoende mate gelegenheid geboden om te worden gehoord. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 2.17
Wet inkomstenbelasting 2001 3.120
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 24 oktober