Belanghebbende, mevrouw X, is in 2011 en 2012 gehuwd met de heer A. Inmiddels zijn ze gescheiden. Volgens de inspecteur is X in deze jaren mede-gerechtigd tot een bankrekening bij KB Lux. De betreffende informatiebeschikking staat inmiddels onherroepelijk vast, zodat de bewijslast ten nadele van X moet worden omgekeerd en verzwaard. X heeft eerder geprocedeerd tegen de IB-aanslagen over 1990 tot en met 1999 en de VB-aanslagen over 1991 tot en met 2000 (zie HR 25 november 2011, nr. 10/03270, V-N 2011/62.23.8). In deze procedure is vastgesteld dat de identificatie van X als rekeninghoudster betrouwbaar was.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur een redelijke schatting heeft gemaakt van de verzwegen inkomensbestanddelen. Op de zitting heeft de inspecteur namelijk verklaard dat bij het vaststellen van de onderhavige aanslagen is uitgegaan van het model, waarbij gebruik is gemaakt van de gegevens van 'meewerkers' - behoudens toepassing van de factor 1,5 – (zie HR 15 april 2011, nr. 09/03075, V-N 2011/23.24.5). Vervolgens is deze uitkomst jaarlijks verhoogd met een rendement van 4%. Voorts heeft X tegen de berekeningen geen argumenten ingebracht. De beroepen van X zijn ook voor het overige ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Lees ook Thema: Box 3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 24 oktober